Molens wordt gespeeld met 9 witte en 9 zwarte stenen, op een bord dat bestaat uit 3 vierkanten met elk 8 stippen. Het doel van het Molens is om ervoor te zorgen dat de tegenstander minder dan 3 stenen overhoudt of geen zetten meer kan doen.
Het spel wordt gespeeld in 2 fases. In de eerste fase plaatsen de spelers om de beurt één van hun stenen op een vrije stip op het bord. Zodra er een aansluitende lijn van 3 stenen in de eigen kleur gevormd is -de zogenaamde molen- dan mag de speler een steen van de tegenstander van het bord wegnemen. Hierbij moeten indien mogelijk eerst stenen weggenomen worden die niet in een molen liggen.
Zodra alle 18 stenen gelegd zijn, begint de 2e fase. Om de beurt schuiven de spelers één van hun eigen stenen naar een aangrenzende stip. Wanneer er een molen gevormd is, mag de speler weer een steen van de tegenstander van het bord nemen. Als een molen verbroken wordt, mag deze bij een volgende spelbeurt in dezelfde opstelling weer opnieuw gevormd worden. Wanneer een speler nog maar 3 stenen over heeft, mogen zijn stenen naar iedere willekeurige vrije stip verplaatst worden.
Het spel eindigt wanneer een van de spelers minder dan 3 stenen over heeft of geen stenen meer kan verplaatsen. De andere speler wint in dat geval het spel. Indien beide spelers nog maar 3 stenen over hebben of dezelfde bord opstelling 3 keer voorkomt, eindigt het in gelijkspel.